Skip to main content
0
Algemeen

Wil jij voor mij?

We worden er altijd weer blij van. Op een krukje in een hoek in de groep. De juf geeft een materiaalaanbieding. De rest van de groep is lekker aan het werk, er heerst een ontspannen werksfeer. Kinderen zitten op een kleedje. Werken aan tafel. Er wordt zacht overlegd. Er loopt er een door de groep. Het lijkt wat doelloos. Soms zien we hetzelfde kind voor de tweede keer de wc-ketting pakken. Of een kind dat blijft rommelen in het laatje. Er wordt gedraald bij de aandachtstafel, welke werkje zullen we kiezen. Er loopt een kind heel doelgericht naar de Taal: doen!-kast.
Heerlijk vinden we dit. Vaak vergeten we dan te schrijven. We gaan zo op in het geheel, in de werksfeer, dat observeren eigenlijk het enige is dat past. Natuurlijk dwingen we ons gericht te kijken. Observeren bestaat uit inzoomen en uitzoomen. Dus zoomen we in op de aanbieding van de juf. Al onze zintuigen ervaren de betrokkenheid, de concentratie. Het kind kijkt, denkt en wil meedoen. We zien beweging. De juf ziet het ook. Ze zegt: Wil je voor mij het tienenstaafje even pakken? Dan ontstaat er error, kortsluiting in ons hoofd. Weg lijkt de serene werksfeer. Ineens zijn we alert, heel alert. Waarom vraagt de juf: ‘voor mij?’

In ons gesprek vragen we hier altijd naar. Waarom vroeg jij of het kind voor jou een tienenstaafje wilde pakken? De reactie is altijd iets als Ooohh, zei ik dat? of Goh, dat weet ik niet. Nooit over nagedacht. of Mag dat dan niet?
Ons antwoord is kort en bondig: Nee, dat mag niet. Want je laat het kind zien hoe het materiaal werkt, welke handelingen handig zijn, welke strategieën je toe kunt passen. Je helpt het kind het zelf te doen. Ze doen het niet voor jou. Ze doen het voor zichzelf. Omdat we ook in de woorden die we gebruiken laten horen dat we werken aan zelfstandigheid en verantwoordelijkheid. Kinderen werken aan zichzelf.

 

 

Montessori dacht overal over na. De kleinste details in haar materialen deden ertoe. Ze beschreef de lesjes heel precies. Had oog voor alle handelingen, voor de woorden die we gebruiken.
Vandaar dat wij superalert reageren op woorden waarmee je iets anders uitstraalt dan je bedoelt. We nodigen je uit de volgende keer gewoon te vragen:
Pak jij even het tienenstaafje?